0 HOME 0 INFO 0 VERKOOP 0 VERHUUR 0 REALISATIES 0 AANBIEDINGEN 0 NIEUWS 0 CONTACT 0 PRIJSLIJSTEN 0 BIJLEREN 0 LINKS 0 ELEKTRO-ONDERDELEN.BE Outletstore-hifi.be

Hoe werkt de DVD ?


4. Het DVD videoformaat

 

Niettegenstaande dat er veel informatie op een DVD kan, kan een videofilm die niet gecompresseerd is, niet op zo'n schijf. Hoe hoger de kwaliteit van digitaal beeld en geluid, des te meer bits zijn nodig om de informatie op te slaan. Hoe meer bits je gebruikt, hoe meer opslagruimte het kost. Zo heb je voor één minuut muziek van cd-kwaliteit al ongeveer tien megabyte schijfruimte nodig. Het was daarom eind jaren tachtig al duidelijk dat er manieren ontwikkeld moesten worden om data handiger en compacter op te slaan en te versturen. Om een film op een DVD te krijgen moeten we dus videocompressie toepassen. De MPEG-groep (Moving Pictures Expert Group) houdt zich bezig met het ontwikkelen van standaarden voor bewegende beelden.

 

Als films op een DVD gezet worden, worden ze gecodeerd in het MPEG-2 formaat en dan pas op de DVD gezet. Deze compressie is een wereldstandaard. In onze DVD-spelers zit een MPEG-2 decoder die de film zo snel kan decoderen als we ernaar kijken.

Een film wordt gemaakt aan 24 beelden per seconde. Dit betekent dat we per seconde 24 verschillende beelden te zien krijgen in de cinema. Op onze televisies wordt het PAL-formaat gebruikt. Kort gezegd komt het erop neer dat er 25 beelden (frames) per seconde getoond worden en ieder beeld is verdeeld in 2 halve beelden of field. Per seconde worden dus 25 frames getoond oftewel 50 fields.

 

De MPEG encoder bekijkt ieder frame en beslist dan hoe hij het frame zal coderen. Men zal gebruik maken van ongeveer dezelfde compressietechnieken als bij stilstaande beelden: het laten wegvallen van overbodige informatie. Een voorbeeld hiervan zijn grote vlakken van eenzelfde kleur. Bij bewegende beelden zal men ook informatie van vorige beelden gebruiken om het nieuwe beeld samen te stellen. Ieder frame kan op drie manieren gecodeerd worden:

Afhankelijk van het soort scene dat gecodeerd wordt, zal de encoder gebruik maken van één van deze 3 methodes. Een voorbeeld: als een nieuwsuitzending op een DVD komt te staan, kunnen er veel predicted frames gebruikt worden, want het decor van de nieuwsuitzending ziet er een lange tijd hetzelfde uit. Dat is overbodige informatie om bij ieder frame mee te sturen. Dus zal de encoder die info laten vallen en juist genoeg info meegeven om te zeggen dat die achtergrond hetzelfde is voor bijvoorbeeld een halve minuut.

 

Een ander voorbeeld: een snelle actiescene wordt op DVD gezet. Er is dus veel verandering van beeld tussen de verschillende frames. Dan zullen er veel meer intraframes gebruikt worden. De actiescene zal dus veel meer plaats innemen op de DVD-schijf.

 

Klinkt dit allemaal een beetje ingewikkeld. Dan versta je nu hoeveel denkwerk uw DVD-speler verricht om uw film op het beeld te toveren !

 

Ga naar het volgende hoofdstuk

 

Keer terug naar het vorige hoofdstuk

 

 

 

Inhoud "HOE WERKT EEN DVD ?:

  1. Inleiding
  2. Basis en voordelen van een DVD
  3. Hoe worden gegevens opgeslagen op een DVD?
  4. Het DVD videoformaat
  5. Het geluid op een DVD
  6. De DVD-speler
  7. De uitgangen van een DVD-speler
  8. Modellen