0 HOME 0 INFO 0 VERKOOP 0 VERHUUR 0 REALISATIES 0 AANBIEDINGEN 0 NIEUWS 0 CONTACT 0 PRIJSLIJSTEN 0 BIJLEREN 0 LINKS 0 ELEKTRO-ONDERDELEN.BE Outletstore-hifi.be

Digitale satellietontvangst van A tot Z

 

ADR
ADR staat voor Astra Digitale Radio. Met deze voorziening van Astra kunnen hoogwaardige stereo radioprogramma`s via de satelliet uitgezonden worden bij analoge televisiekanalen.

ANTENNE
Met een antenne kunnen ethersignalen omgezet worden in elektrische signalen. Deze elektrische signalen worden door b.v. een decoder verder verwerkt en uiteindelijk bruikbaar gemaakt voor een televisie.

ANTENNEVERSTERKER
Bij een te zwakke spanning van het signaal kan een "antenneversterker" gebruikt worden om het signaal te versterken.

ATMOSFEER
Waterdruppels in de lucht, tussen de satelliet en schotel, kunnen het satellietsignaal dempen.

AZIMUTH
De azimuth geeft aan in welke kompasrichting de satelliet staat. Voor de Astra-satelliet is de azimuth waarde 19.2 graden. Door hevige windstoten kan uw schotel gaan draaien, waardoor u geen signaal meer kunt ontvangen omdat de azimuth niet meer correct is. Uw schotel moet dan weer op de juiste azimuth gedraaid worden.

BANDBREEDTE
Dit is het frequentiegebied waarbinnen verschillende signalen getransporteerd worden. Met uw decoder scant u bijvoorbeeld de volledige bandbreedte van Astra af, op zoek naar verschillende zenders.

BELICHTER
Belichter is een ander woord voor feedhorn. Kijk bij feedhorn voor verder uitleg.

BLOKKEN
U ontvangt op dit moment via de satelliet een digitaal signaal. De TV-beelden worden in dit geval in blokken opgebouwd. In geval van bijvoorbeeld atmosferische storingen kunnen er blokken informatie achterblijven. Het beeld wordt dan niet meer volledig "ververst" en dat kan als storend ervaren worden.

CAM
Deze afkorting staat voor Conditional Access Module. Bij digitale ontvangers met Irdeto-technologie wordt dit als een los onderdeel achter in de ontvanger geplaatst om samen met een smartcard de ontvangen signalen te ontcijferen.

COAX
Met een speciale coaxkabel wordt het signaal van LNB naar de ontvanger geleid. Een coaxkabel heeft grote invloed op de kwaliteit van het signaal dat bij de ontvanger aankomt. Ook de kwaliteit van de toegepaste connectoren hebben invloed op de beeldkwaliteit.
CONNECTOR
Met de zogeheten F-connectoren wordt de coaxkabel bevestigd aan de LNB en de ontvanger. De connector aan de LNB-zijde moet goed afgedicht zijn om te voorkomen dat er vocht in de coaxkabel komt.

DATASTREAM
Met een datastream wordt het totale digitale signaal (video, audio en teletekst) behorende bij een aantal TV-programma`s bedoeld.

DECODER
Dit is een satellietontvanger die in staat is versleutelde programma`s te ontcijferen. Programma`s van TV VLAANDEREN zijn duidelijke voorbeelden van gecodeerde signalen die met een decoder gedecodeerd worden.

DEMPER
Het is mogelijk dat het signaal uit de LNB te sterk is, waardoor storing in het signaal kan ontstaan. Dit probleem kan met een demper verholpen worden. Een demper zwakt namelijk een te sterk signaal af.

DOWNLINK
Met een downlink wordt het signaal vanuit de satelliet naar uw schotel wordt verzonden.

DVB
Digitale Video Broadcasting is de norm voor het digitaal verzenden van programma`s. Ook TV VLAANDEREN maakt gebruik van deze norm om programma`s bij de consument te brengen.

EIRP
Dit is het zendervermogen van een satelliettransponder.

ELEVATIE
Het is belangrijk dat de schotel op de juiste hoek ingesteld wordt, samen met de azimuth, om satellietsignalen te kunnen ontvangen. Als uw installatie niet goed is bevestigd, bestaat de kans dat na een storm de elevatiehoek is veranderd. Uw schotel moet in dat geval opnieuw uitgericht worden.

EPG
TV VLAANDEREN maakt gebruik van de zogeheten Elektronische Programma Gids. Dit is een programmagids die beschikbaar is op uw televisie via uw decoder. Middels de EPG-service is het mogelijk om uitgebreide informatie op te vragen over de programmering en beschrijvingen van de uitzendingen.

FEEDHORN
De satellietsignalen worden door de schotel naar een brandpunt gefocust met als doel om een zo hoog mogelijk
signaal in de LNB te krijgen. Met een feedhorn wordt het signaal verder gebundeld zodat er een sterker signaal
door de LNB wordt ontvangen. De feedhorn is bevestigd op de LNB.

FEC
Tijdens het transport van digitale satellietsignalen kunnen fouten ontstaan. Met de Forward Error Correction technologie worden de optredende fouten automatisch gecorrigeerd. Deze correctie geschiedt aan de hand van extra uitgezonden correctiebits.

FOOTPRINT
Elke satelliet heeft een dekkingsgebied op de aarde. Schotels die buiten de footprint van bijvoorbeeld de Astra zijn opgesteld,zullen de signalen van Astra zwakker of niet ontvangen. De Astra-satelliet is in grote delen van Europa goed te ontvangen. In sommige gebieden is een grotere schotel noodzakelijk.

FRAME
Een televisiebeeld bestaat uit 25 beelden (frames) per seconde en wordt opgebouwd uit twee halve beeldjes. Bij digitale tv worden bij het uitzenden de beelden in bepaalde groepen geklasseerd. De bekende frames zijn de B-, de I-, en de P-frames.

GEOSTATIONAIRE BAAN
Dit is de baan, 35.786 km boven het aardoppervlak, boven de evenaar, waar alle vaste satellieten zich bevinden.

HOME-FREQUENCY (Homingchannel)
Een digitale operator zoals TV VLAANDEREN heeft een transponder waar vandaan allerlei informatie wordt uitgezonden. Hierbij kan gedacht worden aan informatie zoals verwijzingen naar andere transponders van dezelfde operator of de EPG (elektronische programma gids), informatie en het abonnementsbeheer. Deze homingchannel moet in de decoder ingegeven worden om een goede ontvangst te garanderen.

I-FRAME
I-frame wordt in MPEG-2 uitzendnorm voorgeschreven voor de wijze van digitale beeldopbouw. Een I-Frame kent alle informatie uit het beeld. Andere frames zijn B-frame en P-frames. Deze laatste frames bevatten slechts beperkte informatie.

IRDETO
Irdeto is de merknaam van een CAM (Conditional Acces Module). TV VLAANDEREN ondersteunt deze conditional acces norm.

L-BAND
Het frequentiegebied dat gebruikt wordt tussen de LNB en de decoder (950-2150 MHz).

LNB (LNC)
De LNB staat in het brandpunt van de schotel en vangt het gebundelde elektrische signaal op. Dit signaal wordt in de LNB versterkt en op de juiste frequentie gebracht zodat het
via een coaxkabel naar de decoder getransporteerd kan worden.De kwaliteit van een LNB is van groot belang voor een goede ontvangst. Het ruisgetal van de LNB moet zo laag mogelijk zijn, bij voorkeur kleiner dan 1dB.

LNBF
Een LNBF bevat alle eigenschappen van een LNB, maar heeft daarbij een aangebouwde feedhorn en polarisatiekeuze. In een LNBF zitten twee antennes die elektrisch omschakelen tussen Horizontaal en Verticaal.

L.O.
Om de televisie signalen vanaf de LNB verder te transporteren naar de ontvanger (decoder) moeten deze in frequentie verlaagd worden. De L.O. (local oscillator) wordt van de ontvangstfrequentie afgetrokken en de resulterende lage frequentie kan via een coaxkabel naar uw decoder gevoerd worden.

LUMINANTIE
Dit is een deel van het videosignaal dat uitsluitend helderheidsinformatie bevat.

MPEG
Moving Picture Experts Group. Zo heet de werkgroep die een norm voor digitale TV opgesteld heeft. MPEG1 is de eerste versie; inmiddels maken we gebruik van de MPEG2-norm.

MULTI-FEED
Met een multi-feed schotel is het mogelijk om met een vast opgestelde schotel toch meerdere satellieten te ontvangen. Er worden hiervoor meer dan 1 LNB in het brandpunt van de schotel geplaatst.

MULTIPLEXER
De digitale satelliet-technologie maakt het mogelijk om meerdere programma`s op 1 transponder onder te brengen. Met 1 multiplexer worden digitale audio-, video- en teletekst-informatie samen tot 1 datastroom gebundeld. Met de oude analoge techniek kon maar 1 programma per transponder worden uitgezonden.

OFFSETSCHOTEL
Dit is een schotel waarbij de LNB niet in het midden, maar voor de schotel is opgesteld. Hierdoor is het mogelijk om
de schotel bijna rechtop te bevestigen, waardoor hij minder ruimte in beslag neemt.

OPENINGSHOEK
Naarmate de schotelmaat kleiner wordt,ontstaat er een grotere openingshoek.Een schotel die een grote openingshoek
heeft kan ontvangststoringen opleveren wanneer er een satelliet in de buurt van de te ontvangen satelliet opereert
die hetzelfde frequentiegebied gebruikt.

OPEN TV
Open TV is een norm voor besturingssoftware voor digitale
ontvangers. Met open tv zijn toepassingen als EPG en PPV (pay per view) mogelijk.

OSD
Deze afkorting staat voor On Screen Display, waarbij instellingen van een ontvanger op een televisiescherm via een menu aan te passen zijn. Met de afstandsbediening van de ontvanger kunnen de menu`s worden geraadpleegd.

PAL
Dit is de norm voor het overdragen van kleursignalen naar een televisie en is in Europa de meest gebruikte norm.

PACKET
Een packet is het kleinste gedeelte van het digitale datatransport met een zogeheten PID. Aan een PID van een packet is te zien of het geheel beeld- of geluidsinformatie bevat.

PID
Staat voor Packet Identifier. Aan de hand van de PID`s kan een ontvanger de verschillende onderdelen van de datastroom uit elkaar houden(audio/video/teletekst).

P-FRAME
Een P-frame is een voorspellend frame en bevat dan ook slechts een gedeelte van de beeldinhoud, namelijk dat gedeelte dat uitsluitend uit de verschillen met de voorgaande beelden bestaat.

POLARISATIE
Het satellietfrequentiegebied kan dubbel gebruikt worden door de signalen in twee vlakken uit te zenden. De digitale signalen komen horizontaal of verticaal bij een LNB aan. Een LNB moet nauwkeurig afgestemd worden om horizontale en verticale signalen van elkaar te kunnen scheiden

POLARMOUNT
Met een polarmount-mechanisme is bij een verdraaiing van een schotel de elevatiehoek en de azimuth automatisch voor elke satelliet correct.

POSITIONER
Dit is een apart kastje naast de ontvanger dat zorgt voor de
motorgestuurde verdraaiing van de schotel. Sommige satellietontvangers hebben een ingebouwde positioner.

PPV
Pay Per View is een vorm van abonneetelevisie waarbij de kijker alleen voor het bekeken programma betaalt.

PRIMEFOCUS SCHOTEL
Bij een primefocusschotel is de LNB in het brandpunt van de schotel geplaatst. Doordat de LNB voor de schotel is geplaatst, dekt het een deel van het te ontvangen signaal af
en dit kan bij kleine schotels een nadelige invloed hebben.

QUATTRO LNB
Middels een Quattro LNB is het mogelijk een bredere bandbreedte te ontvangen. Met een dergelijke LNB is
het mogelijk om het hele ASTRA-gebied 1D t/m 1F te ontvangen.

QPSK
Digitale informatie wordt met de QPSK-modulatie methode efficient door de atmosfeer gestuurd.

RUISGETAL
Door verschillende ongewenste neveneffecten ontstaat er in de elektronica `ruis`. De kwaliteit van de elektronica bepaalt de hoeveelheid ongewenste ruis en daarmee het
ruisgetal.

SECA
Dit is de naam van het coderingssysteem voor digitale televisie en wordt door TV VLAANDEREN gebruikt.

SCART
Dit is een genormeerde kabel die met name wordt gebruikt om een tv, video of een ontvanger aan elkaar te koppelen.

SMARTCARD
Op een smartcard staan de ontvangstrechten van de betreffende consument. Met een smartcard kunnen gecodeerde signalen zichtbaar gemaakt worden.

SPLITTER
Dit is een elektronische schakeling die het mogelijk maakt om twee satellietontvangers op een schotel aan te sluiten. Een splitter is geen ideale oplossing omdat de ntvangstkwaliteit kan afnemen.

SYMBOL RATE
Met de symbol rate wordt aangegeven uit hoeveel bits een digitaal gemoduleerde draaggolf bestaat.

TRANSPONDER
Om signalen via de satelliet te verspreiden hebben providers
transponders tot hun beschikking waarmee de programma`s over worden gebracht naar de consument.

TWIN LNB
Een Twin LNB is een LNB met twee onafhankelijk van elkaar schakelende uitgangen. Ideaal voor het gelijktijdig aansluiten van een analoge en een digitale ontvanger.

UNIVERSELE LNBF
Met een universele LNBF worden twee frequentiegebieden ontvangen. Namelijk van 10,7 tot 11,75 en van 11,75 tot
12,75 GHz (L.O. 10.6 GHz).

UP-LINK
Het satelliet-zendstation wordt in veel gevallen een up-link genoemd,maar met deze term wordt ook de verbinding tussen de zender en de satelliet aangegeven.

ZONNE-ECLIPS
Elk jaar, in de herfst en in het voorjaar, komt de aarde tussen de satelliet en de zon waardoor de zonnepanelen van de satelliet geen energie meer kunnen opwekken. De
satelliet gaat dan over op een accu.

ZONNE-RUIS
De zon produceert`RUIS`. Een schotelinstallatie die recht in de zon kijkt, ontvangt deze zonne-ruis. Gedurende een aantal dagen per jaar staat de zon precies achter een
satelliet. De ruis van de zon verstoort dan een aantal minuten de ontvangst.