0 HOME 0 INFO 0 VERKOOP 0 VERHUUR 0 REALISATIES 0 AANBIEDINGEN 0 NIEUWS 0 CONTACT 0 PRIJSLIJSTEN 0 BIJLEREN 0 LINKS 0 ELEKTRO-ONDERDELEN.BE Outletstore-hifi.be

Phonovoorversterker


3. Schema van een MD-voorversterker uit een Luxman L-80V versterker

 

Na de zaak blokschematisch in kaart te hebben gebracht, ontleden we even een praktisch voorbeeld uit een versterker van Luxman, nl. de L-80V. Laten we het schema even vereenvoudigd tekenen.

 

riaa voorversterker phono schema luxman technics platendraaier werking

 

Het driehoekig symbooltje uit het blokschema is gebleven. Q201 is een opamp, namelijk een RC4558.

 

RC4558 opamp riaa voorversterker werking verhuur platendraaier roeselare west-vlaanderen klank licht geluyid audiovisueel horeca

 

Opamps leveren een hoge spanningsversterking met zeer goede frequentiekarakteristiek bij gunstige ruiseigenschappen. In het IC RC4558 zitten er twee opamps en die kan dus goed gebruikt worden voor stereo-ingangen van versterkers. De opamp heeft twee ingangen, een inverterende en een niet-inverterende. Het verschil van de tussen beide ingangen aangelegde spanningen wordt versterkt. In de praktijk is om de frequentiekarakteristiek te corrigeren (de versterking van een opamp neemt toe met de frequentie) en de eigenresonantie te onderdukken, tegenkoppeling via een hoogdoorlaatfilter tussen uitgang en ingang nodig. Deze wordt aangesloten op de inverterende ingang. Op die manier 'mengt' de opamp het eigenlijke op de (+)-ingang aangelegde signaal in tegenfase met een deel van het reeds versterkte signaal dat op de (-)-ingang wordt aangelegd. De op die manier verkregen demping werkt goed bij hoge frequenties en stabiliseert het werkpunt van de versterker voor wat betreft frequentiekarakteristiek en temperatuursveranderingen.

 

De uitgang van een opamp kan geen stroom genoeg leveren om een luidspreker te voeden. Daarom is nog een eindtrap nodig.

 

De schakeling die hierboven getekend is, is slechts voor één kanaal bedoeld. Er zitten dus 2 van die schakelingen in een stereo-versterker.

 

Tussen de uitgang en de inverterende ingang van Q201 zien we een uit 5 componenten bestaand filternetwerk (C203, C204, R205, R206 en R207). De verhouding tussen de frequentie-afhankelijke impedantie van dit netwerk enerzijds en weerstand R204 anderzijds bepaalt de versterking van de opamp. In het netwerk zitten 3 kantelpunten, te weten 50 Hz, 500 Hz en 2120 Hz, maar aangezien de componenten elkaar onderling beïnvloeden, is niet meer zomaar aan te duiden welke component voor welk kantelpunt verantwoordelijk is. De berekening volgt zo meteen.

 

De MD-voorversterker in de Luxman L-80V wordt gevoed met een symmetrische spanning van ca. 2 x 16 V. Aangezien de MD-voorversterker juist bij lage frequenties zijn hoogste versterking levert, is hij tamelijk gevoelig voor brom en rimpelspanningsresten. Om storingen op de voedingslijn effectief te onderdrukken wordt de voedingsspanning voor Q201 nog extra gefilterd met behulp van filternetwerken in de voeding.

 

Aan de ingang zien we een combinatie van R201, C201 en R203 die een hoogdoorlaatfilter (HDF) vormen. Dit om DC-signalen buiten te houden.

 

 

Hoe kunnen we nu weten dat die combinatie van R201, C201 en R203 een HDF is? Op het eerste zicht kan je dat gewoon zien omdat de waarde van de condensator behoorlijk hoog is, zodat die alleen maar wisselspanningen en geen gelijkspanningen zal doorlaten. Maar laat ons toch even de verhouding van de ingang t.o.v. de uitgang bekijken voor die schakeling. Ik doe dit om twee redenen. Ten eerste is het systeem dan duidelijk om ooit in de toekomst andere filterschakelingen te berekenen. En tweede omdat de toekomst dichter is dan ooit, want de werking van de RIAA-filter kunnen we alleen goed genoeg begrijpen als we ook daarop een aantal berekeningen zullen doen.

 

Ga naar het volgende hoofdstuk

 

Keer terug naar het vorige hoofdstuk